U bent hier
Gemeenteraad keurt principes detailhandel goed
De Lierse Gemeenteraad keurde in zitting van 27 januari 2014 onderstaande principes voor detailhandel in Lier goed. Deze principes maken ook deel uit van het bestuursakkoord en bijhorend addendum. Ze stroken met de beleidsprioriteit van het Lierse stadsbestuur om binnen een duidelijke beleidsvisie met acties en maatregelen aan kernversterking te doen.
Een handelaar/ondernemer moet vandaag niet alleen het hoofd bieden aan de economische crisis maar ook aan snel veranderende retailtendenzen, ingrijpende digitalisering, het veranderend aankoopgedrag van de consument en de invloed van demografische aspecten. Deze omvangrijke uitdagingen zijn niet eigen aan de Lierse detailhandelssituatie. Dit is de algemene teneur voor detailhandel in middelgrote en kleine kernwinkelgebieden, die de concurrentie van perifeer, grootschalig aanbod en e-commerce ondervinden.
Geen toeval dat de Vlaamse Regering met de Winkelnota 2.0 de doelstelling onderschrijft om “ongewenste aanzuigeffecten ten nadele van de binnensteden te vermijden” en aangeeft hoe het vestigingsbeleid in de toekomst door een voornamelijk ruimtelijk ordeningsinstrumentarium gekoppeld zal kunnen worden aan assortimentsbepalingen.
Het Lierse college van burgemeester en schepenen stelde het Interministerieel Comité voor de Distributie, de Raad voor Vergunningsbetwistingen en de Bestendige Deputatie in kennis van onderstaande, goedgekeurde principes detailhandel en verzocht hen eveneens om dit principiële afwegingskader in acht te nemen bij hun beoordeling en besluitvorming.
Voor de lopende en nog te behandelen aanvraagdossiers (stedenbouwkundige én socio-economische vergunningsaanvragen) zullen deze principes immers als uitgangspunt dienen.
De goedgekeurde principes detailhandel zijn de volgende:
• Versterking van de detailhandel in de binnenstad is een topprioriteit. Er moet dringend een halt worden toegeroepen aan de vlucht van de handelszaken vanuit het centrum naar de periferie. Meer nog dan dat zal extra concurrentie in de periferie ten nadele van de binnenstad bestreden worden. Een kernversterkend beleid is dus een must.
• Er zal werk worden gemaakt van het principe van branchering. Dit houdt onder meer in dat buiten het kernwinkelgebied geen handel meer aanvaard zal worden in producten die concurrentieel zijn met het kernwinkelgebied. Dit principe zal niet alleen worden toegepast bij de beoordeling van stedenbouwkundige en socio-economische aanvragen maar ook bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen.
• Branchering wordt ook gedefinieerd in het kader van de ‘draagbaarheid’ van producten. Producten zoals keukens, moto’s e.d. zijn niet draagbaar en kunnen dus best aanvaard worden in de periferie. Ze zijn niet concurrentieel met de binnenstad die overwegend draagbare producten aanbiedt zoals textiel, schoenen e.d.
• Aan de Antwerpsesteenweg buiten de ring wordt geen bijkomende detailhandel meer toegelaten behalve diegene die reeds voorzien zijn in het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan of diegene die vergund zijn. In elk geval zal het verkeers- en mobiliteitsaspect eveneens doorslaggevend zijn bij de beoordeling van aanvragen in deze cluster.
• Aan de ring van Lier (R16) tussen het winkelcentrum Den Boom, aan de Boomlaarstraat, tot en met de stationsomgeving (Tramweglei) wordt eveneens geen nieuwe detailhandel meer toegelaten. Buurtwinkels zoals slagers, bakkers, krantenwinkels e.d. zijn hier uiteraard wel mogelijk.
Het winkelcentrum Den Boom zelf kan worden aangepast op voorwaarde dat de provincie bereid gevonden wordt om het bestaande provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan aan te passen. De stad zal hiervoor initiatief nemen maar is niet bereid om de kosten hiervoor te dragen. Aan de provincie zal worden meegegeven dat het maximaal mag gaan over twee nieuwe entiteiten, met elk een minimale oppervlakte van 800 m², wat het totaal brengt op maximaal acht dergelijke handelszaken. Deze bepaling moet als dwingende voorwaarde worden opgenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan.