U bent hier
Van Mechelen belooft uitvoeringsmethodes 2de havenontsluiting te onderzoeken
Brussel, 10 oktober 2002
NMBS-woordvoerder raaskalt. Minister Van Mechelen beloofde aan Vlaams parlementslid Van Dijck (N-VA) onderzoek naar alle uitvoeringsmethodes voor de aanleg van de 2de spoorontsluiting.
Omwille van het belang van de Antwerpse haven voor de Vlaamse economie heeft de N-VA de tweede spoorontsluiting steeds verdedigd. De manier waarop de NMBS in de tracézone 8 (Ranst-Lier) te werk gaat, is echter onaanvaardbaar. In deze tracézone koos de Vlaamse regering in juni 2000 op advies van de NMBS voor een bovengronds tracé (berm en viaduct) met als motivatie dat de spoorweglijn in Lier de Nete en het Netekanaal kruist. Vragen naar de mogelijkheid voor een ondergrondse aanleg (tunnel) werden door de Vlaamse regering telkens afgewezen wegens "technische problemen" en "veiligheidsimperatieven van de NMBS". Nu wordt plots met milieuproblemen geschermd om een bovengrondse aanleg op te dringen. In het voorlopige Milieu Effecten Rapport (MER) opteert de NMBS omwille van de waterhuishouding voor een bovengronds viaduct, zowel ter hoogte van Wommelgem-Ranst als Lier. Het gevolg zal zijn dat zwaar goederenverkeer op een metershoge berm en viaduct langs dorpskernen (Ranst en Broechem), tuinwijken (Alliers en Kloosterheide) en een dichtbevolkte Lierse stadswijk (Lisp) zal razen. De voorlopige MER bevestigt trouwens de "zeer ernstige negatieve effecten van geluidsverstoring" bij een bovengrondse aanleg.
De N-VA eiste dat de Vlaamse regering zo snel mogelijk duidelijkheid bracht omtrent een aantal concrete vragen van de lokale bevolking. Vlaams parlementslid Kris van Dijck (N-VA) diende terzake een vraag om uitleg in aan Vlaams minister voor Ruimtelijke Ordening Van Mechelen. In de commissie Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening (donderdag 10 oktober) antwoordde de minister dat zowel op het grondgebied Wommelgem-Ranst (Muizenbos) als op het grondgebied Lier (Liersesteenweg - Netevallei) bijkomend onderzoek naar alle uitvoeringsmethodes moet worden verricht. Dit betekent concreet dat ook de ondertunneling via tunnelboring wordt onderzocht.
We citeren letterlijk uit het antwoord van de minister: "Alle technische maatregelen dienen dus onderzocht te worden om niet alleen de meest milieuvriendelijke maar tevens de meest mensvriendelijke oplossing uit te dokteren. Sommige uitvoeringsmethodes blijken tot op heden niet of onvoldoende onderzocht geweest te zijn (?). Als minister van begroting is het natuurlijk mijn plicht om er over te waken dat de kostprijs van de mogelijke oplossingen niet uit de hand loopt. Ter zake kan ik u meedelen dat ik een onderhoud heb gevraagd met de heer Karel Vinck, gedelegeerd bestuurder van de NMBS, ten einde dit project zowel naar kostprijs als naar timing te bespreken. Ik zal collega Vera Dua dan ook vragen om het project MER niet conform te laten verklaren vooraleer alle mogelijke technische oplossingen in al hun aspecten volledig onderzocht zijn".
Vandaag reageert de NMBS-woordvoerder Paul Van Aelst negatief op vragen om bijkomend onderzoek naar tunnelboring en verwijst daarbij naar het Vlaams regeerbesluit van 23 juni 2000. "We zijn een van de betrokken partijen. Om spoortechnische redenen heeft de Vlaamse regering beslist dat in Lier geen geboorde tunnel kan komen. Wij houden ons enkel aan het tracé besluit van de regering. Als we een ondergrondse tunnel zouden aanleggen, zou de tunnel ettelijke kilometers lang worden. Door die tunnel, die het Netekanaal, de Nete zelf en enkele wegen zou kruisen, zouden dan bepaalde stoffen niet vervoerd mogen worden. Dus werd besloten de spoorweg naar niveau + 1 te brengen, op een viaduct" (Bron Belga-bericht 11/10/02).
De verwarring en moedeloosheid bij de bevolking nemen alleen maar toe. De reactie van de NMBS vandaag staat lijnrecht tegenover de beloften van de minister van Ruimtelijke Ordening aan Vlaams parlementslid Kris Van Dijck (N-VA) gisteren.