Toespraak ontvangst Gilde Van De Lierse Pijnders

Dames en Heren Klein Volk en Groot Volk op het Lierse stadhuis voor een aangename gebeurtenis. Een belangrijke gebeurtenis ook in een heel belangrijk jaar voor onze Stad.

Deze ontvangst wil ik graag betitelen als het aanloopmoment naar de grootse feesten die wij dit jaar zullen beleven, het uitgaan van de Lierse Ommegang, zoals iedereen weet een feest dat maar om de 25 jaar gehouden wordt.

Wij hebben fantastische reuzen én een even fantastische reuzentrein. Een deel ervan staat buiten te pronken voor ons schitterend stadhuis. De Mechelse reuzen zijn vorig jaar erkend als werelderfgoed. En beste Lierenaars, wees nu eerlijk : de onze zijn mooier ! Of vergis ik mij ? Ik zou het dus  graag beleven dat kortelings de Lierse reuzen ook tot dat select clubje zouden behoren. Ze zien er bovendien opnieuw prachtig uit, want ze werden de voorbije jaren al gedeeltelijk gerestaureerd, en sommigen zullen in de komende maanden in een nieuw kleedje gestoken worden (letterlijk dan).

Reuzen moeten natuurlijk gedragen worden. Vroeger was dat geen probleem. Ze werden rondgedragen door stadspersoneel. Maar dan kwam het ARAB roet in het eten gooien. Je weet wel, onze soms overdreven regelgeving. En plots mocht stadspersoneel die taak niet meer uitvoeren, wegens het gewicht van de meeste reuzen.

Er moest dus een oplossing gevonden worden. En creatief als Lierenaars zijn, werd er in het kader van de Gezellen van het Groot Volk, de Gilde van de Lierse Pijnders opgericht om weer met onze reuzen te kunnen pronken. Reuzen dragen vereist sterke mannen, die opgeleid worden om een groot, zwaar en onstabiel iets als een reus galant te kunnen dragen en er soms nog een danske mee te doen.

Want wat zijn eigenlijk “pijnders” (ik vind het nog altijd een moeilijk woord waarbij men eerst best eens diep adem haalt voor men het uitspreekt om geen vergissingen te begaan ) ?

Oorspronkelijk waren het sjouwers die zware lasten droegen en pijnlijke arbeid verrichtten; in de meeste gevallen ging het over havenarbeiders. Later is men de benaming ook gaan gebruiken voor mensen die het Ros Beiaard en reuzen  dragen. Vandaar de Lierse Pijnders.

Ik weet dat er al een 60-tal vrijwilligers zijn gevonden om die taak op zich te nemen. Ik dank hen heel erg dat zij dit willen doen, en ik ben ervan overtuigd dat er binnenkort zal “gevochten” worden om erbij te mogen, net zoals dat het geval is bij de dragers van Sint-Gummaruskas. In naam van het College van Burgemeester en Schepenen en in mijn persoonlijke naam  feliciteer ik ook iedereen die geslaagd is in de proeven om te kunnen toetreden tot deze nieuwe Gilde en als bewijs daarvan vandaag ook een diploma zullen ontvangen ; hartelijk proficiat.

En dank voor jullie inzet zodat de Lierse reuzenfamilie opnieuw in alle veiligheid en door bekwame sterke Lierenaars en Hooiktenaars kan buitenkomen in hun pracht en praal. Het nieuwe vaandel en de schitterende kostuums geven heel wat cachet aan de Pijnders, en zullen zeker bijdragen tot het succes dat de Sint-Gummarusfeesten in 2015 ongetwijfeld zullen worden.

FRANK BOOGAERTS

LIER, 30 mei 2015